32907 |
ijzeren gaffel, oogstgaffel |
gaffel:
gafǝl (L414p Houthalen),
riek:
ręk (L414p Houthalen)
|
Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.]
I-3
|
33634 |
ijzeren haak aan de puthaak |
schephaak:
sxøphūək (L414p Houthalen),
veer:
viər (L414p Houthalen)
|
[N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)]
I-7
|
21334 |
illustratie |
beeldje:
bøləkə (L414p Houthalen)
|
een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17846 |
in beweging komen |
in de gang komen:
ine gang kome (L414p Houthalen),
op de gang komen:
obbegang kome (L414p Houthalen)
|
In beweging komen (op gang komen, (zich) roeren, bewegen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
20442 |
in de doodskist leggen |
kisten:
kisten (L414p Houthalen),
znd 32, 20;
kisten (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 115 (2003)] || een doode lijken (vooraleer hij gekist wordt) [ZND 32 (1939)]
III-2-2
|
33613 |
in de moestuin werken |
hoven:
hōvə (L414p Houthalen)
|
[N P (1966)]
I-7
|
17878 |
in de rug slaan (met de vuist) |
dompen:
dompen (L414p Houthalen)
|
Met de vuist in de rug slaan (doffen, dompen, stompen, stoten, sjtokken) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
19449 |
in de tuin werken |
hoven:
hōvə (L414p Houthalen)
|
Een tuin verzorgen (in de hof werken, hovenieren, hoven) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
32724 |
in de voor |
door de voor:
dǫr ǝ [voor] (L414p Houthalen)
|
Het paard dat een karploeg trekt, gaat "in de voor", d.w.z. door de ploeggeul. Als een zwaardere rechtse ploeg door een tweespan getrokken wordt, gaat het rechter paard (van achteren gezien) door de voor. Door de voor gaat ook het rechter wiel van een rechtse karploeg. [JG 1a; N 11A, 141b; monogr.]
I-1
|
22786 |
in een beek baden |
baden:
en ən bēk ba͂je (L414p Houthalen),
in en beek baien (L414p Houthalen),
in ien beek baaien (L414p Houthalen)
|
In een beek baden. [ZND 33 (1940)]
III-3-2
|