21985 |
in goede conditie (zijn) |
in vorm (zijn):
in form (L414p Houthalen)
|
Hoe zegt men van een duif: ze is in goede conditie? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
18227 |
in lompen gekleed |
lommelig:
lommelig (L414p Houthalen)
|
In lompen gekleed [haveloos, schab(be)tig, schamel, lommelig] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
ondertrouw:
ondertrouw (L414p Houthalen)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaan-de echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
18525 |
in stof geplaatste zak |
maal:
maol (L414p Houthalen)
|
een in de stof geplaatste zak [N 59 (1973)]
III-1-3
|
20252 |
in verwachting zijn |
z zijn:
zoe zijn (L414p Houthalen)
|
Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 115 (2003)]
III-2-2
|
28522 |
inballen |
inballen:
enbalǝ (L414p Houthalen)
|
Het insluiten van de koningin door de werksters. Dit gebeurt meestal ter bescherming, maar overbodige koninginnen kunnen door dit inballen ook gedood worden. [N 63, 36a]
II-6
|
18037 |
indigestie (hebben) |
indigestie:
indigeste (L414p Houthalen)
|
Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (overetendheid, indigestie, maag van streek, muik). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
17982 |
ingebeelde ziekte |
denkziekte:
dūnkzikte (L414p Houthalen)
|
Ingebeelde ziekte (niebekonter, iepreponder, hype). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
28476 |
ingelegd |
belegd:
bǝlēt (L414p Houthalen)
|
Gezegd van een moerdop of van een cel, wanneer er door de koningin een eitje in is gelegd. [N 63, 22a; N 63, 21a; N 63, 18; Ge 37, 69]
II-6
|
17701 |
ingewanden |
ingewanden:
engəvandən (L414p Houthalen)
|
de ingewanden [ZND B1 (1940sq)]
III-1-1
|