e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korteafstandsvlucht snelheid: snelheid (Houthalen) korte afstandsvlucht (minder dan 100 km)? [N 93 (1983)] III-3-2
kortmeel kort: kǫrt (Houthalen) Het op één na grofste produkt dat tijdens het builen wordt gescheiden. In volgorde van fijn naar grof is kortmeel grover dan kriel en fijner dan zemelen. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛbloemɛ, ɛboultéɛ, ɛkrielɛ en ɛzemelenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 249; Jan 244; Coe 221; Grof 248; N O, 38e] II-3
kortwieken kappen: kappen (Houthalen) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
koster koster: de kuster (Houthalen), də køstər (Houthalen), keuster (Houthalen), kö.stər (Houthalen) De koster [köster, kuster, keuster?]. [N 96B (1989)] || koster [RND] || Koster. [ZND 37 (1941)] III-3-3
kosteres kosteres: keusteres (Houthalen) Een vrouw die het kostersambt uitoefent [kosteres, kosterin, kosterse?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kostganger kostganger: kostgenger (Houthalen), logeur (<fr.): logeur (Houthalen) een kostganger (die bij anderen inwoont) [ZND 28 (1938)] III-3-1
kostschool pensionaat (<fr.): pensionaat (Houthalen), ps. omgespeld volgens Frings!  peͅnsjona͂t (Houthalen) een school waar de leerlingen tevens voeding en huisvesting ontvangen [kostschool, pensionaat, interntaat] [N 90 (1982)] || kostschool [ZND 40 (1942)] III-3-1
kotelet, ribstuk karbonade: kerbənōͅi̯ə (Houthalen), krabənaj (Houthalen), krabənoͅi̯ (Houthalen), krábəna͂jə (Houthalen), kotelet: koͅrtəleͅtə (Houthalen) Carbonade (krep, kermenaoj?) [N 16 (1962)] || gebraden varkensrib (karbonade) [ZND 49 (1958)] || karbonaden [Goossens 1a (1955)] || kotelet [Goossens 1a (1955)] III-2-3
koude bouw koude bouw: kāǝ bǭ (Houthalen) Manier van raten bouwen waarbij de raten met de smalle kant naar het vlieggat zijn gekeerd, dwars op het vlieggat. De term koude bouw duidt niet op temperatuur. [N 63, 17b; N 63, 17c] II-6
koude drukte maken veel beslag maken: voel beslaag maken (Houthalen) veel beslag, ophef maken over een zaak [ZND 32 (1939)] III-1-4