18224 |
kreukel |
kreukel:
kreukel (L414p Houthalen)
|
Kreukel. Ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, fronsel, valse plooi, kneuker, freutel] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18223 |
kreukelen |
zich in de plooi zetten:
zet zich in de plooi (L414p Houthalen)
|
Hoe noemt men het wanneer een kleed dat niet past, zich in plooien zet ? [ZND 32 (1939)]
III-1-3
|
17994 |
kreunen van de pijn |
kermen:
kermt (L414p Houthalen),
lamenteren:
leméteerd (L414p Houthalen)
|
hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
33910 |
kreupel zijn |
(een) lamme:
lūǝ.mǝ (L414p Houthalen),
(het is/staat) kreupel:
krø̄pǝl (L414p Houthalen),
(het staat) op de doeken:
ǫp ǝ dø̄k (L414p Houthalen)
|
[JG 1a; N 8, 62k en 94f]
I-9
|
24893 |
kreupelhout |
stravel:
stravel (L414p Houthalen)
|
Laag houtgewas met dooreengegroeide stammen en takken (onderhout). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33831 |
kribbebijter |
kribbijter:
krøbē̜.tǝr (L414p Houthalen)
|
Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52]
I-9
|
22351 |
krijgertje spelen |
tikkertje spelen:
/
tikkerke (L414p Houthalen),
vangen:
vaŋe (L414p Houthalen),
vangen-en-verlossen spelen:
/
vangen en verlossen (L414p Houthalen),
vangertje spelen:
/
vangerke (L414p Houthalen)
|
/ [SND (2006)] || tikkertje [SND (2006)] || Ze spelen krijgertje, ... katje enz.: het kinderspel waarbij een kind de andere naloopt en ze tracht te raken. [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
21501 |
krijt |
krijt:
ien stuk wit krijt (L414p Houthalen),
ə støk vɛt krɛ̄t (L414p Houthalen)
|
Een stuk wit krijt. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
21946 |
kringetjes maken rond de duivin (baltsverschijnsel) |
paren:
pāeren (L414p Houthalen)
|
Hoe benoemt men de volgende baltsverschijnselen van duiven: rond de duivin kringetjes maken? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
18071 |
kroep |
kroep:
krop (L414p Houthalen)
|
Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 107 (2001)]
III-1-2
|