e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijke eend haan: hō.n (Houthalen), weenderik: wīǝ.nǝrek (Houthalen), wenderik: weęnǝrek (Houthalen) [GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.] I-12
mannelijke gans haan: hō.n (Houthalen), mannetje: mɛnǝkǝ (Houthalen) [A 6, 5a; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 59; L 14, 20; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
mannelijke geit bok: bok (Houthalen), bø̜k (Houthalen), bǫk (Houthalen), geitenbok: gē.tǝbok (Houthalen) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannelijke hond, reu mannetje: menneke (Houthalen, ... ) Hoe noemt u een mannelijke hond (reu, rengel, menne, menneke) [N 83 (1981)] || reu, mann. hond [Goossens 2a (1963)] III-2-1
mannelijke kat, kater kater: kaëter (Houthalen), ka͂tər (Houthalen) kater [ZND A1 (1940sq)] || mannelijke kat [ZND 27 (1938)] III-2-1
mannelijke merel mannetje blaan: (mennekes)blōōn (Houthalen) een mannelijke merel (melhoorn, merelhoorn) [N 83 (1981)] III-4-1
mannenkant manskant: #NAME?  manskant (Houthalen) De linkerhelft van de kerk, het gedeelte links van het middenpad, dat bestemd was voor de mannen [evangeliekant, mannenkant, mansluikant, kerelskant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
manziek mansgek: mansgek (Houthalen) manziek [heet] [N 10C (zj)] III-2-2
maretak maretak: -  ma͂:rəntak (Houthalen) maretak [DC 46 (1971)] III-4-3
maria-altaar onze-lieve-vrouwaltaar: o l vrôaltoar (Houthalen) Het (zij)altaar dat toegewijd is aan O.L. Vrouw en waarop of waarboven haar beeltenis prijkt [Maria-altaar]. [N 96A (1989)] III-3-3