30045 |
betonijzer |
netten:
nɛtǝ (L414p Houthalen)
|
Metalen staven die in het beton worden aangebracht. Beton dat op deze wijze is versterkt, kan beter de erop uitgeoefende buig- en trekspanningen opnemen. De afzonderlijke staven van betonijzer noemde men in Q 83 'ijzers' ('ęjzǝrs'). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(beton)-' het lemma 'Beton'. [N 30, 51b]
II-9
|
30047 |
betonmolen |
betonmolen:
[beton]mø̄lǝ (L414p Houthalen),
mortelmolen:
mǫrtǝlmø̄lǝ (L414p Houthalen)
|
Toestel dat wordt gebruikt bij het aanmaken van met name grote hoeveelheden betonspecie. De betonmolen bestaat uit een peer- of cilindervormige mengtrommel met een nuttige inhoud van 50 tot 1000 liter die door een een elektromotor of een verbrandingsmotor wordt aangedreven. In de mengtrommel zijn schoepen aangebracht die tijdens het ronddraaien van de trommel de betonspecie mengen. Boven de molen is een waterreservoir geplaatst waaruit de vereiste hoeveelheid water automatisch aan het mengsel wordt toegevoegd. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(beton)-' het lemma 'Beton'. [N 30, 50; monogr.]
II-9
|
30040 |
betonzand |
kiezel:
kizǝl (L414p Houthalen)
|
Grove, kiezelachtige zandsoort die wordt gebruikt bij de bereiding van beton. 'Maaszand' was volgens de invuller uit L 316 een grove zandsoort. Zie ook het lemma 'Metselzand'. [N 30, 48]
II-9
|
21516 |
betrappen |
attraperen (<fr.):
ps. omgespeld volgens Frings!
atrapērə (L414p Houthalen),
traperen (<fr.):
trapeeren (L414p Houthalen)
|
betrappen [ZND 32 (1939)] || een dief bij het stelen verrassen [betrappen, attraperen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18157 |
betten van een wonde |
baden:
baojen (L414p Houthalen),
beje (L414p Houthalen)
|
een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)]
III-1-2
|
24561 |
beuk |
beukenboom:
gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk
beukeboem (L414p Houthalen)
|
beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)]
III-4-3
|
24468 |
beukennootje |
beukel:
bokkel (L414p Houthalen)
|
beukenootje [ZND 01u (1924)]
III-4-3
|
22159 |
beul |
beul:
beul (L414p Houthalen)
|
Bij gepaarde duiven spelen op de jaloersheid door bij de duivin een andere doffer te plaatsen dan de partner (de beul)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20786 |
beurs, overrijp |
murw:
mierf (L414p Houthalen),
mürf (L414p Houthalen),
overrijp:
overriep (L414p Houthalen),
te rijp:
te rijp (L414p Houthalen)
|
beurs [ZND 01 (1922)] || overrijp, murw [ZND 31 (1939)]
III-2-3
|
20180 |
bevallen |
een kindje kopen:
een kindje kopen (L414p Houthalen),
een kindje krijgen:
een kindje krijgen (L414p Houthalen)
|
Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 115 (2003)]
III-2-2
|