22660 |
poppenspel |
poppenspel:
popəspēl (L414p Houthalen)
|
De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24490 |
populier (alg.) |
populier:
popelier (L414p Houthalen)
|
De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
21481 |
portemonnee, beurs |
beurs:
ən boͅrs (L414p Houthalen),
portemonnee (<fr.):
iene leere portemenée (L414p Houthalen),
nə liɛ̄rə portəmənē (L414p Houthalen)
|
een beurs [ZND A1 (1940sq)] || Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
22807 |
portret, foto |
portret (<fr.):
petret (L414p Houthalen)
|
Portret. [ZND 40 (1942)]
III-3-2
|
21203 |
postbode |
facteur (fr.):
faktø.r (L414p Houthalen),
ps. omgespeld volgens Frings!
faktø͂ͅr (L414p Houthalen)
|
de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)] || postbode [RND]
III-3-1
|
33573 |
postelein |
porselein:
pərslēͅ.n (L414p Houthalen),
postelein:
peslain (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
[Goossens 1b (1960)]postelein [ZND 05 (1924)], [ZND 15 (1930)]
I-7
|
21141 |
postkoets |
postkoets:
ps. omgespeld volgens Frings!
poͅskkuts (L414p Houthalen)
|
een reiswagen in geregelde dienst voor het vervoer van passagiers [postkoets, post, postkaars, diligence] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21207 |
postzegel |
timbre (fr.):
ps. omgespeld volgens Frings!
teͅmbər (L414p Houthalen)
|
het rechthoekige gekleurd stukje papier dat men op brieven etc. plakt om daarmee de port te betalen [postzegel, kopje, tember, zegel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33171 |
poten |
planten:
pla.ntǝ (L414p Houthalen),
poten:
put (L414p Houthalen),
putǝ (L414p Houthalen),
zetten:
zętǝ (L414p Houthalen)
|
De kleine steuntjes die zich aan de onderkant van de berries bevinden en waarop het draagvlak van de kruiwagen kan rusten. [N 18, 99, add; JG 1a; JG 1b] || In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b]
I-13, I-5
|
21521 |
potlood |
potlood:
potlud (L414p Houthalen)
|
Potlood: schrijftuig (Fr. crayon). [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|