19576 |
ragebol |
spinnenborstel:
speͅnəboͅrsəl (L414p Houthalen)
|
ragebol [ZND B1 (1940sq)]
III-2-1
|
21164 |
rails |
rails (<eng.):
rels (L414p Houthalen),
ps. omgespeld volgens Frings!
rēls (L414p Houthalen)
|
de staven waarop een trein loopt [rails, riels, riggels] [N 90 (1982)] || rails [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
19433 |
ramen lappen |
wassen:
wasə (L414p Houthalen)
|
Ramen schoonmaken met behulp van spons en zeem (zemen, lappen, kuisen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20295 |
rammelen |
rammelen:
rammele (L414p Houthalen)
|
een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33578 |
rammenas |
rammenas:
ramenas (L414p Houthalen)
|
[ZND 41 (1943)]
I-7
|
21980 |
rampvlucht |
rampvlucht:
rampvlucht (L414p Houthalen)
|
een vlucht waar er weinig van terugkomen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33827 |
rank paard |
luxe paard:
løks pīǝ.rt (L414p Houthalen)
|
Gezegd van een slank, snel paard, dat vaak als rijdier wordt gehouden. [JG 1a; N 8, 20 en 62l]
I-9
|
33207 |
rapen |
rapen:
rā.pǝ (L414p Houthalen)
|
De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d]
I-5
|
24367 |
rat |
rat:
rat (L414p Houthalen)
|
rat [ZND A1 (1940sq)]
III-4-2
|
23798 |
ratel van witte donderdag |
ratel:
roatel (L414p Houthalen)
|
De ratel die van Witte Donderdag tot aan de zaterdag vóór Pasen in plaats van de altaarschel tijdens de mis wordt gebruikt. [N 96C (1989)]
III-3-3
|