23288 |
sacramentsprocessie |
sacramentsprocessie (<lat.):
sacramentsprocessie (L414p Houthalen)
|
De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23321 |
sacristie |
sacristie:
sakrestij (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21105 |
salie |
self:
"Lillo" in de nabijheid van Houthalen
seulf (L414p Houthalen)
|
I-7
|
21571 |
salueren |
salueren (<fr.):
motten saluweeren (L414p Houthalen)
|
De soldaten moeten groeten (met de hand aan de muts) [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
26619 |
samenklonteren |
klonteren:
klǫ.ntǝrǝ (L414p Houthalen)
|
Samenpakken, samenklonteren van meel. [JG 1a]
II-3
|
21332 |
samenspannen |
bijeenspannen:
dei twie spannen bien (L414p Houthalen),
dijë twie spanne bijiën (L414p Houthalen),
samenspannen:
dei twie spanne samen (L414p Houthalen)
|
Die twee heulen samen (spannen samen tegen de anderen) [ZND 26 (1937)]
III-3-1
|
22034 |
samentrekken van de vleugels |
steken:
stieke ze onneraaf (L414p Houthalen)
|
Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: het samentrekken van de vleugels bij het vallen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24682 |
sap in planten |
sap:
sap (L414p Houthalen)
|
Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33584 |
sap van een vrucht |
sap:
sap (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
I-7
|
28797 |
satijn |
satijn:
satijn (L414p Houthalen)
|
Glanszijde, atlas, een oorspronkelijk alleen zijden, later ook halfzijden (katoen en zijde) gekeperde stof, zeer glad geweven, namelijk zo dat de bindingsknopen zoveel mogelijk over de oppervlakte verspreid liggen (Van Dale, pag. 2488). [N 62, 80a; N 62, 80b; N 62, 98; N 59, 201; MW; Wi 53; monogr.]
II-7
|