e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tabak toebak: das zwaren toebak (Houthalen) dat is sterke tabak [ZND 07 (1924)] III-2-3
tabak snuiven een snuifje pakken: snufke pakken (Houthalen), toebak snuiven: e.a. opgaven  (toebak) snoffen (Houthalen) snuifje nemen [ZND 07 (1924)] || tabak snuiven [ZND 07 (1924)] III-2-3
tabaksnerven tabaksstelen: toebaksstēēlen (Houthalen) tabaksnerven? [N 93 (1983)] III-3-2
tabernakel tabernakel (<lat.): tabernakel (Houthalen) Het tabernakel, het rijkversierd kastje (op het hoofdaltaar of op het sacra-mentsaltaar), waarin het Allerheiligste bewaard wordt. [N 96A (1989)] III-3-3
tafel tafel: tōfəl (Houthalen), tōͅfəl (Houthalen, ... ), tuōfəl (Houthalen), met een haakje aan de u onderaan  tufəl (Houthalen) de tafel afvagen [ZND 32 (1939)] || een schoon tafel krassen (met een spijker, enz.) [ZND 28 (1938)] || tafel [ZND 49 (1958)] III-2-1
tafelgebed beden aan de tafel: bieen aonne taofel (Houthalen) Het tafelgebed vóór en na het eten. [N 96B (1989)] III-3-3
tafelpoot poot: put (Houthalen) tafelpoot [DC 49 (1974)] III-2-1
tak van een geslacht familie: familie (Houthalen) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 115 (2003)] III-2-2
takken (coll.) kroon: kroen (Houthalen) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] III-4-3
takken krijgen uitlopen: outloepe (Houthalen) Takken krijgen, gezegd van een boom (takken). [N 82 (1981)] III-4-3