e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

Gevonden: 4881
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droogstaan droogstaan: drȳxstūǝn (Houthalen) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
droogte droogte: druugte (Houthalen), dry(3)̄xtən (Houthalen) droogte [ZND 33 (1940)] III-4-4
droogzolder bakhuiszolder: bakǝszolǝr (Houthalen) De zolder boven de oven. Uit de woordtypen "droogzolder", "droogoven", "meelzolder" en "bloemzolder" blijkt dat deze ruimte gebruikt wordt zowel om iets erin te drogen als om iets erin op te slaan. Volgens Weyns (blz. 66) wordt deze plaats ook wel benut voor het drogen van zaden en volgens de informant van Q 99* droogt men het metershout hierin. [N 29, 105c] II-1
drop klissap: kleͅssap (Houthalen) drop (kalissie) [ZND B1 (1940sq)] III-2-3
druiventros druiventros: droventros (Houthalen, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 33 (1940)] I-7
druk heen en weer lopen rondschieten: roͅ.ntsxī.tən (Houthalen) lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)] III-1-2
drukknoop pitser: petsǝr (Houthalen) Uit twee helften bestaand knoopje dat sluit door de delen in elkaar te drukken. [N 62, 52; MW] II-7
druphoning druphoning: drøphōneŋ (Houthalen), drø̜phōneŋ (Houthalen) Honing die verkregen wordt door de volle raten in een warm vertrek op een zeef te leggen of ze in een fijne neteldoek langs een warme kachel (L 416) te hangen. De honing laat men uitlekken om ze vervolgens op te vangen. De raten moeten daartoe wel eerst ontzegeld zijn. [N 63, 116a; JG 1a; monogr.] II-6
druppel drup: drøͅp (Houthalen), drəp (Houthalen) druppel (drop) [ZND A1 (1940sq)] || een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)] III-4-4
dubbel gezwad dobbel gezwad: dǫbǝl [gezwad] (Houthalen) De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94] I-3