29010 |
plooi |
plooi:
ploj (Q100p Houthem)
|
Elk van de rimpels of golfachtige vormen die in een weefsel ontstaan, wanneer zij op korte afstanden in tegengestelde richting omgeslagen worden. Zie voor diverse soorten plooien afb. 45. [N 62, 12c; N 62, 12b; L 40, 50; Gi 1.IV, 35; MW; monogr.]
II-7
|
21078 |
poffen |
poffen:
ps. letterlijk overgenomen!
pōffe (Q100p Houthem)
|
afbetaling, Op ~, op de pof kopen [poffen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
17657 |
pols |
pols:
pols (Q100p Houthem, ...
Q100p Houthem)
|
pols [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
19957 |
poort |
poort:
pǭrt (Q100p Houthem)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
33171 |
poten |
planten:
plantǝ (Q100p Houthem)
|
In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b]
I-5
|
21006 |
prei |
spoor:
spaor (Q100p Houthem)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
17742 |
proeven |
proeven:
preuve (Q100p Houthem)
|
proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
30124 |
profielbalken |
ijzeren balken:
īzǝrǝ balǝkǝ (Q100p Houthem)
|
IJzeren profielijzers, vaak met I-vormige doorsnede, die worden gebruikt bij het vervaardigen van een troggewelf. Zie ook afb. 33. D.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balken' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 32, 20b; monogr.]
II-9
|
30065 |
profielen |
profielen:
profil (Q100p Houthem)
|
Gladde, rechte houten balkjes met een lengte van ongeveer 1,80 cm en een doorsnede van 7,5 x 7,5 cm, die verticaal op de hoeken van het metselwerk worden geplaatst. Zij worden gebruikt om het loodrecht opmetselen van de muren te bevorderen. Zie ook afb. 28. [N 31, 7a; monogr.]
II-9
|
18110 |
puistjes |
brobbels:
brobbele (Q100p Houthem),
puisten:
puiste (Q100p Houthem)
|
puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)]
III-1-2
|