e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hulsberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rode biet rode kroot: ru̯ai̯ kru̯at (Hulsberg), slakroot: šlākroat (Hulsberg) Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.] I-5
rode bosmier aamzeik: öömzeike (Hulsberg, ... ) mier, grote donkere [DC 43 (1968)] || mier, kleine rode — [DC 43 (1968)] III-4-2
roede roe(de): roe (Hulsberg) een aantal takjes tot een bosje bij elkaar gebonden als strafwerktuig [roe, gips, gisp, roei] [N 90 (1982)] III-3-1
roeien roeien: roeiə (Hulsberg) door middel van roeiriemen een vaartuig voortbewegen [roeien, riemen] [N 90 (1982)] III-3-1
roeispaan roeispaan: roeisjpaan (Hulsberg) het gereedschap om een vaartuig voort te roeien [riem, roeiriem, roeispaan, spaan] [N 90 (1982)] III-3-1
roepen hel roepen: hél roopə (Hulsberg) op een luide manier iets mededelen, roepen [skriesen] [N 87 (1981)] III-3-1
roepen van de hengst naar de aankomende merrie rauwen: ru̯ǝ (Hulsberg) Bij het naderen van de hengst joechelt (juicht) de merrie naar de hengst, die deze roep op zijn beurt beantwoordt met onder meer te rauwen, hummelen, joechelen e.d. In dit lemma zijn ook de enkele antwoorden uit vraag N 8A, 1c (zachtjes hinniken van de merrie tegen het veulen) ondergebracht, omdat zij enkel in dit kader passen; de gestelde vraag leverde geen enkele specifieke term op. [N 8, 47; N 8A, 1b en 1c] I-9
rollen wellen: wɛlǝ (Hulsberg) Het land bewerken met de rol, met de rol over het land gaan. In dit lemma zijn ook enige termen ondergebracht, die het rollen met een bepaald doel, resp. een tweetal manieren van rollen naar de richting betreffen. Voor het (...)-gedeelte van de varianten daarvan zij verwezen naar het simplex wellen aan het be-gin. [JG 1a + 1b; N 11, 87; N 11A, 187a + b + c + 189a; N P, 20 add.; monogr.] I-2
rommelpot foekepot: foekepot (Hulsberg) De pot die met een (varkens)blaas is overspannen; door het midden ervan is een rietje gestoken dat men vochtig maakt en op en neer beweegt, wat de blaas in trilling brengt [rommelpot, hoeperpot, foeperpot, foekepot]. [N 88 (1982)] III-3-2
roodbont paard bont paard: bont paard (Hulsberg) Bruin paard, rood-wit gevlekt als een koe. [N 8, 63d, 63e en 63g] I-9