33853 |
vooruittrappen |
stampen:
štampǝ (Q109p Hulsberg)
|
De meeste woorden in dit lemma komen ook in het volgende lemma voor. [N 8, 70b en 71]
I-9
|
18911 |
voorzichtig |
voorzichtig:
veurzigtig (Q109p Hulsberg)
|
rekening houdend met wat er zou kunnen gebeuren, zorg dragend dat er niets verkeerd gaat [listig, roekelijk, voorzichtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
28507 |
voorzwerm |
hoofdzwerm:
hø̜jtšwɛrm (Q109p Hulsberg)
|
De eerste zwerm, gewoonlijk in juni. Een deel van een bijenvolk verlaat met de oude koningin korf of kast. Wie met de zwerm meetrekt, schijnt niet meer naar de oude woning om te zien (De Roever, pag. 34). De zwerm laat een aparte zwermtoon horen. [N 63, 29b; JG 1b; N 63, 37e; A 9, 6]
II-6
|
21149 |
vrachtwagen |
vrachtauto:
vragautoo (Q109p Hulsberg)
|
een grote auto voor goederenvervoer [vrachtwagen, camion] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19341 |
vreugde |
lol:
lol (Q109p Hulsberg),
spa (du.):
sjpas (Q109p Hulsberg)
|
een gevoel van blijdschap in het algemeen [plezier, lol, vreugd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20294 |
vriend |
kameraad:
kamməraot (Q109p Hulsberg)
|
vriend of vriendin in het algemeen [kameraad, gespan, makker] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
18852 |
vriendelijk |
vriendelijk:
vruntəlik (Q109p Hulsberg)
|
welgezind tegenover andere mensen, vriendelijk [gemeen, braaf] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20316 |
vrijgezel |
vrijgezel:
vriej.gəzel (Q109p Hulsberg)
|
vrijgezel; ongehuwde man [patriara, wicht, vrijgezel] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
20276 |
vroedvrouw |
vroedvrouw:
soms
vroedvrouw (Q109p Hulsberg),
wijsvrouw:
wiesvrouw (Q109p Hulsberg),
wīēsvrouw (Q109p Hulsberg)
|
hoe heet de baker of vroedvrouw? [DC 05 (1937)] || vroedvrouw; (gediplomeerde) vrouw die helpt bij bevalling [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
19342 |
vrolijk |
blij:
blie.j (Q109p Hulsberg)
|
een opgeruimde, lichte, blijde stemming hebbend [vrolijk, herpsat, leutig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|