21336 |
juffrouw |
juffrouw:
juffrow (Q109p Hulsberg)
|
hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
22392 |
kaart met prentje |
prentje:
prentjə (Q109p Hulsberg)
|
Een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22395 |
kaarten bijnemen |
rapen:
raape (Q109p Hulsberg)
|
Kaarten bijnemen [rafelen, fretten]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24296 |
kadaver |
kadaver:
WLD
kadaver (Q109p Hulsberg)
|
Hoe noemt u het lijk van een dier (kadaver, lijk, dood-beest) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
21191 |
kade |
kade:
kaadə (Q109p Hulsberg)
|
de walkant langs een vaarwater of haven waaraan de schepen kunnen aanleggen, laden en lossen [kade, kaai, ka, lossing] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
30247 |
kalf |
kalf:
kalf (Q109p Hulsberg)
|
Jong rund, niet naar het geslacht onderscheiden. Zie afbeelding 3. Op de kaart is het woordtype kalf niet opgenomen. [N 3A, 15 en 20; JG 1a, 1b; Gwn V, 5, 5a en 5b; L 27, 56; R 12, 24; Wi 17; monogr.; add. uit N 3A, 4, 26a, 75a, 75b en 76; N C, 6, 7a, 7b, 8, 9a en 14b; A 9, 17a en17b; S 14]
I-11
|
18838 |
kalm, bedaard |
rustig:
röstig (Q109p Hulsberg)
|
niet opgewonden, kwaad of zenuwachtig [bedaard, stil, kalm] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22336 |
kampen |
kampen:
kampə (Q109p Hulsberg)
|
Uitmaken wie de winnaar is bij gelijke stand [kamp, kavalen, kanteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21173 |
kanaal |
kanaal:
kanaal (Q109p Hulsberg)
|
een kunstmatige, gegraven, tamelijk brede waterweg (vaart, kanaal) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19109 |
kans |
kans:
kans (Q109p Hulsberg)
|
De mogelijkheid, waarschijnlijkheid om te winnen of te verliezen [kans, hasard]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|