e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hulsberg

Overzicht

Gevonden: 1552
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kort geknipt haar stoppeltjes: stuupəlkəs (Hulsberg) overal kort geknipt hoofdhaar [tieters] [N 86 (1981)] III-1-1
kostschool kostschool: kos-sjoeəl (Hulsberg) een school waar de leerlingen tevens voeding en huisvesting ontvangen [kostschool, pensionaat, interntaat] [N 90 (1982)] III-3-1
koud, mistig en somber weer het dampt: (= het is mistig).  hət dampt (Hulsberg), mistig (weer): mistig (Hulsberg), mistig wéér (Hulsberg) mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mistig weer [motlucht, moorweer, mokweer] [N 81 (1980)] III-4-4
kous: algemeen hoos: Die haos is gans rechs, ze hèt gein minderingen in ’t bein (Hulsberg), haos (Hulsberg), ’t bein van die haos is te kort (Hulsberg) Die kous is helemaal recht, er zitten geen minderingen in het been. [DC 14A (1946)] || Het been van die kous is te kort. [DC 14A (1946)] || Hoe noemt men de kous (de lange beenbedekking van den mensch)? [DC 09 (1940)] III-1-3
kouwe drukte bohei (rh.): behe.j (Hulsberg) drukte voor niets, kouwe drukte [bezwaai, pehaai, poehaai, behaai] [N 85 (1981)] III-1-4
kraamverzorgster zuster: zuster (Hulsberg) kraamverpleegster; gediplomeerde verzorgster moeder/kind [DC 12a (1943)] III-2-2
krampig krampentrekker: krampǝtrękǝr (Hulsberg) Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c] I-9
krant gazet (<fr.): gəzét (Hulsberg) een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] III-3-1
krassen kratsen: kratsə (Hulsberg) het geluid geven van een scherp voorwerp dat over een hard oppervlak schraapt [skratsen, krassen, kratsen] [N 91 (1982)] III-4-4
kreukel kreukel: krèùkəl (Hulsberg) ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, kneuker, freutel] [N 86 (1981)] III-1-3