e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hunsel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
room room: roum (Hunsel) room [SGV (1914)] III-2-3
roos (rosa) roos: roeas (Hunsel), ruəzən (Hunsel) roos [SGV (1914)] || rozen [RND] III-2-1
roosteren roosteren: rûûsterə (Hunsel) roosteren; Hoe noemt U: Op een rooster braden (roosteren, horsen, hersen) [N 80 (1980)] III-2-3
royaal gul: göl (Hunsel), royaal (<fr.): rieaal (Hunsel) gul [SGV (1914)] || royaal [DC 02 (1932)] III-3-1
rozenbottel hanenkul: haneköl (Hunsel) rozenbottel [SGV (1914)] III-4-3
rug rug: rök (Hunsel), rük (Hunsel) rug [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
rugnet rugnet: rø̜knęt (Hunsel) Vliegennet dat over de rug van het paard wordt gehangen. Een groot aantal opgaven zijn benamingen voor het vliegennet in het algemeen. Zie voor de fonetische documentatie het lemma Vliegennet [JG 1a; N 13, 83c] I-10
ruiken ruiken: ruuken (Hunsel) ruiken [DC 53 (1978)] III-1-1
ruin ruin: ryn (Hunsel) Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.] I-9
ruiten in het kaartspel ruiten: roetenhoast (Hunsel) Ruiten: Ruiten aas. [SGV (1914)] III-3-2