e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hunsel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitwerpselen van koeien koedrek: kudrɛk (Hunsel), koevlaai: kuvlāi̯ (Hunsel) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
unster ponder: punjer (Hunsel, ... ) unster (balans) [SGV (1914)] || unster [met een ~wegen] [SGV (1914)] III-3-1
vaars vaars: vē̜rs (Hunsel), vē̜s (Hunsel), vɛs (Hunsel) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek schotelsplag: šotəlsplak (Hunsel) vaatdoek [SGV (1914)] III-2-1
vader pa: pa (Hunsel), pap: pap (Hunsel), vader: vader (Hunsel, ... ) (vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader [SGV (1914)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || vader; ik ga met mijn vader naar het land; volw. [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] III-2-2
vagevuur vagevuur: vageveur (Hunsel) vagevuur [SGV (1914)] III-3-3
valgordijn, rolgordijn store (fr.): stoar (Hunsel) valgordijn [SGV (1914)] III-2-1
vallen vallen: valle (Hunsel) vallen [SGV (1914)] III-1-2
vals vals: valsch (Hunsel) valsch [SGV (1914)] III-1-4
van veren wisselen ruizelen: rø̜i̯zǝlǝ (Hunsel) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12