e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hunsel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterhoen waterhoentje: waaterheunke (Hunsel) waterhoen III-4-1
waterige kost slobber: slòbber (Hunsel) slobber; Hoe noemt U: Waterachtig voedsel (zwans, zwadder, zwadderatie, slidder, slierp, slobber, slobbering) [N 80 (1980)] III-2-3
waterput put: pot (Hunsel), pøt (Hunsel), pøͅt (Hunsel, ... ) [DC 21 (1952)] [DC 21 (1952)] [RND 08] [Roukens 03 (1937)] [SGV (1914)] I-7
wecken inmaken: inmaakə (Hunsel) wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3
weddenschap weddenschap: wɛdənsjap (Hunsel), wɛdəsjap (Hunsel) weddenschap [RND] III-3-2
weduwe weef: weef (Hunsel), widvrouw: witvrouw (Hunsel) weduwe [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar widman: widman (Hunsel), witman (Hunsel) weduwnaar [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weefsel, stof stof: stòf (Hunsel) stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3
weelde weelde: weelje (Hunsel) weelde [SGV (1914)] III-3-1
weerlichten weerlichten: wèèrleechtə (Hunsel) bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] III-4-4