e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hunsel

Overzicht

Gevonden: 1928
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druiventros druiventros: droevetros (Hunsel) druiventros [SGV (1914)] I-7
duif (alg.) duif: doef (Hunsel), en doef (Hunsel) duif [GTRP (1980-1995)] || Duif [SGV (1914)] III-3-2
duif, algemeen duif: doef (Hunsel) Duif [SGV (1914)] III-4-1
duin bult: böltj (Hunsel) duin, heuvel van zand [zandklip, zandbult, blink] [N 81 (1980)] III-4-4
duits duits: Duitsch (Hunsel) Duitsch [SGV (1914)] III-3-1
duivenhok duivenkooi: doevekoeaj (Hunsel), duvǝkūǝi̯ (Hunsel) (duiven)til [SGV (1914)] || Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker] I-6, III-3-2
duivin, vrouwelijke duif duif: doef (Hunsel) wijfjesduif [SGV (1914)] III-4-1
duizelig duizelig: duuzelig (Hunsel) duizelig [SGV (1914)] III-1-2
durven durven: dörve (Hunsel) durven [SGV (1914)] III-1-4
dutje dutje: ei dutje doone (Hunsel) middagdutje [een ~ doen] [SGV (1914)] III-1-2