19819 |
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) |
violet:
-
fletten (L320p Hunsel),
flètje (L320p Hunsel)
|
tuinanjer [DC 17 (1949)], [SGV (1914)]
III-2-1
|
21251 |
anker |
anker:
anker (L320p Hunsel)
|
anker [SGV (1914)]
III-3-1
|
33494 |
appelboom |
appelboompje:
Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen
appelbuimke (L320p Hunsel)
|
[DC 03 (1934)]
I-7
|
24937 |
arduin, hardsteen |
naamse steen:
Nèèmsə stèjn (L320p Hunsel)
|
hardsteen, harde, meest blauwgrijze kalksteen, gebruikt voor stolpen, hoekstenen enz [arduin] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
33100 |
aren lezen |
aren rapen:
ǭrǝ rāpǝ (L320p Hunsel),
zomeren:
zø̄mǝrǝ (L320p Hunsel)
|
Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2]
I-4
|
32877 |
arend van de zeis |
ang:
ãŋ (L320p Hunsel),
hãŋ (L320p Hunsel)
|
Het blad van de zeis loopt aan de zijde waar het met de steel verbonden is uit in een smal, vaak extra verstevigd, stukje staal, de arend, dat tegen de steel van de zeis aanligt en door middel van de zeisring daaraan wordt vastgemaakt. Aan het uiteinde is de arend voorzien van een nokje dat in een gat in de steel wordt gestoken of geslagen; soms zijn er twee dergelijke nokjes (vergelijk het woordtype dobbelang). Voor de hoek die de arend met het zeisblad maakt, en het belang hiervan voor een goede "voering" van de zeis, zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. Zie afbeelding 5, nummer 1. [N 18, 68a; JG 1a, 1b; A 4, 28c; A 14, 1; L 20, 28c; L 45, 1; monogr.]
I-3
|
21294 |
armoedig |
armoedig:
ermeudig (L320p Hunsel)
|
armoedig [SGV (1914)]
III-3-1
|
22897 |
aswoensdag |
asgoensdag:
Aschgoonsdig (L320p Hunsel)
|
Aschwoensdag [SGV (1914)]
III-3-3
|
20582 |
avondmaal |
avondeten:
aovəntjétə (L320p Hunsel),
boeren burgers om 19 uur
oavondjête (L320p Hunsel)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 18 uur of 20 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
20546 |
azijn |
edik:
eek (L320p Hunsel)
|
azijn; Hoe noemt U: De zure vloeistof bestaande uit azijnzuur en water, die o.a. gebruikt wordt bij het bereiden en conserveren van spijzen (azijn, arzijn, eek) [N 80 (1980)]
III-2-3
|