e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hunsel

Overzicht

Gevonden: 1928
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
looien looien: luǝjǝ (Hunsel) Het bereiden van leer. Dierehuiden die bepaalde voorbereidingen hebben ondergaan worden met bepaalde samentrekkende stoffen zo behandeld dat zij tot leer worden. [S; L 1a-m; monogr.] II-10
loot, nieuw uitgelopen twijgje loot: loot (Hunsel) loot [SGV (1914)] III-4-3
lopen lopen: loupe (Hunsel) lopen [SGV (1914)] III-1-2
lopen, gezegd van eenden waggelen: waqǝlǝ (Hunsel) [N 70, 2; monogr.] I-12
losse paal met draad varen: vǭrǝ (Hunsel) Losse paal met draad waarmee men de wei kan afsluiten. [N 14, 68c; N 7, 48b; L B 19, 6; A 25, 8] I-8
losse plankbrug vondertje: vanjerke (Hunsel) vlonder (vonder) [SGV (1914)] III-3-1
luchtx lucht: locht (Hunsel, ... ) lucht [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4
lucifer zwegeltje: zwegelke (Hunsel) lucifer [SGV (1914)] III-2-1
lui lui: luije (Hunsel) lui (traag) [SGV (1914)] III-1-4
lui (lieden) lui: luuj (Hunsel, ... ), mensen: minsə (Hunsel), minsən (Hunsel) lui (lieden) [SGV (1914)] || lui/lieden; de - zijn vandaag allemaal buiten op het land aan het maaien [DC 03 (1934)] || mensen [RND] || volk [RND] III-3-1