e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L289a plaats=Hushoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
petroleumlamp belgische lamp: beͅ.lzə la.mp (Hushoven), blaker: blōͅkər (Hushoven) grote, hangende petroleumlamp vanaf de zolder. Ze kon d.m.v. gewichten hoger of lager worden gesteld. || petroleumlamp III-2-1
peuk koetje: koetje (Hushoven) sigarettenpeuk III-2-3
peul, dop (znw) schaalerwt: mv.  schaalerte (Hushoven) peulen I-7
peulen, doppen (ww.) keveren: keevere (Hushoven) doppen v erwten I-7
piekeren dubben: döbbe (Hushoven), prakkedenken: prakkedînke (Hushoven), prakkiseren: prakkezieëre (Hushoven) nadenken, piekeren, dubben || piekeren, dubben III-1-4
pijn pijn: pien (Hushoven) mijn voeten doen mij erg zeer [DC 03 (1934)] III-1-2
pijp lots: Dae rouktj ¯n lóts met zwaore tebak: hij rookt zware pijptabak Dae luiptj d¯n hieëlen daag met di-j lóts in zien moel  lóts (Hushoven), pijp: Verklw. piêpke ¯n Aerde piêp  piêp (Hushoven) pijp III-2-3
pijpensteel pijpenroertje: uitsluitend verklw.  piêpe-reurke (Hushoven) voorstuk van pijp III-2-3
pijpenstrootje bunt: beentj (Hushoven), smele: om pijpen schoon te maken  smeeliej (Hushoven) buntgras III-4-3
pikkeling, zwad met een slag afgepikt snede: snēi̯ (Hushoven) Hoeveelheid graan die men met één slag afpikt; vergelijk het lemma ''zwad, houw'' (3.1.4) in aflevering I.3. De enqu√™tes van Goossens hebben voor dit begrip niet veel opgaven opgeleverd; de vraag uit N 15, 16 levert slechts indirect materiaal op voor het begrip "pikkeling". Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf.' [A 23, 16.1a; L 48, 34.1a; Lu 1, 16.1a; Lu 2, 34.1a; monogr.; add. uit N 15, 16e; JG 1a, 1b, 1c, 2c] I-4