24521 |
witte abeel |
belenboom:
baeleboûm (L289a Hushoven)
|
abeel, zilverpopulier
III-4-3
|
20575 |
witte kaas, wrongel |
botermelkse kaas:
bootermêlkse kieës (L289a Hushoven),
fluiterd:
fluitert (L289a Hushoven),
fluitkaas:
fluitkieës (L289a Hushoven),
kattenkaas:
kattekieës (L289a Hushoven),
platte kaas:
platte kieës (L289a Hushoven, ...
L289a Hushoven)
|
fluitkaas || hang-op, fluitkaas || hangop || wrongel die gemaakt werd vanverzuurde melk, vooral door armere mensen
III-2-3
|
33258 |
witte klaver, steenklaver |
steenklee:
stęi̯n[klee] (L289a Hushoven),
witte klee:
wetǝ [klee] (L289a Hushoven)
|
Trifolium repens L. Een 5 tot 25 cm lange plant met kruipende stengels emn witte, later bruine, bloemhoofdjes, die van mei tot de herfst bloeien. Ook witte klaver wordt vooral als veevoeder en als dekvrucht geteeld, is eerder geschikt voor weiden dan voor maaien, maar stelt lagere eisen aan de grond. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.]
I-5
|
20654 |
witte kool |
kabots:
kaabuûts (L289a Hushoven),
kabotskool:
keboetskoeel (L289a Hushoven),
kappes:
kappes (L289a Hushoven),
wit moes:
wit moos (L289a Hushoven)
|
witte kool || witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)]
I-7
|
24280 |
witte kwikstaart |
kwikstaart:
kwikstert (L289a Hushoven, ...
L289a Hushoven)
|
kwikstaart || kwikstaart, wit [DC 26 (1954)]
III-4-1
|
24642 |
witte narcis |
pinksterbloem:
pînksterbloome (L289a Hushoven)
|
narcis, witte
III-4-3
|
24574 |
witte waterlelie |
kolleblader:
kolleblaar (L289a Hushoven),
waterlelie:
Of waterplant.
waterlelie (L289a Hushoven),
waterplant:
Of waterplant.
waterplant (L289a Hushoven)
|
waterlelie || witte waterlelie [DC 17 (1949)]
III-4-3
|
18867 |
woede |
gift:
gift (L289a Hushoven)
|
kwaadheid, woede
III-1-4
|
24907 |
woensdagx |
goensdag:
(meervoud: goonsdige).
goonsdig (L289a Hushoven),
Opm. de g van goonzig wordt geleidelijk aan vervangen door de w (dus woonsdig).
goonzig (L289a Hushoven),
woensdag:
woonsdig (L289a Hushoven)
|
woensdag
III-4-4
|
30198 |
wolfseinde |
wolfseinde:
wǫ.lǝfs˱entj (L289a Hushoven)
|
Driehoekig dakvlak boven een afgeknotte gevel. [N F, 47c; N 4A, 23b; N 4A, 23a; monogr.]
II-9
|