20637 |
boterham |
boterham:
boeëteram (L289a Hushoven),
boöteram (L289a Hushoven)
|
boterham
III-2-3
|
20713 |
boterham (kinderwoord) |
bam:
Verklw. bammetje
bam (L289a Hushoven)
|
kinderlijk gezegde voor boterham
III-2-3
|
32556 |
boterkorf |
botermand:
buǝtǝrmaŋ (L289a Hushoven)
|
Rechthoekige mand met hengsel en aan de bovenzijde soms twee kleppen. Zie ook afb. 289. De boterkorf werd volgens het Venrays woordenboek (pag. 105) vroeger gebruikt door boeren om daarmee hun zelfgemaakte boter naar de markt te brengen. [N 20, 50; N 40, 97; N 40, 111; N 40, 112; N 40, 113; monogr.]
II-12
|
19517 |
botervlootje |
boterpot:
booterpot (L289a Hushoven),
Verklw. boeëterpötje
boeëterpot (L289a Hushoven, ...
L289a Hushoven),
botervlootje:
būətərvly(3)̄ətjə (L289a Hushoven)
|
botervloot || botervlootje [DC 23 (1953)]
III-2-1, III-2-3
|
33644 |
bouwland |
akkergrond:
akkergrond (L289a Hushoven),
akkerland:
akkerland (L289a Hushoven),
land:
lant (L289a Hushoven),
lānt (L289a Hushoven)
|
Voor de akkerbouw gebruikt land, het geheel van akkers. [N 6, 33a; N 27, 3a; N 5AøIIŋ, 95a, 95b en 95c; N 11, 1a; L 31, 18; L 19, 1a; L 37, 11b; L a1, 113; L 4, 38; JG 1a, 1b; A 3, 38; A 10, 4; A 20, 1b; Wi 7; S 49; RND 4, 7, 8 en 10, r.37; Vld.; monogr.]
I-8
|
19682 |
bouwval |
keviep:
kəvip (L289a Hushoven),
schevaak:
sxəvā.k (L289a Hushoven)
|
bouwval || oud en bouwvallig bouwsel
III-2-1
|
30325 |
bovenlicht |
bovenlicht:
buǝvǝlēxt (L289a Hushoven),
kopraam:
kǫprām (L289a Hushoven),
spinnekop:
spenǝkǫp (L289a Hushoven)
|
Zie kaart. Met de term 'bovenlicht' kan zowel een vast raam boven een (voor)deur als het al dan niet naar binnen openklappend bovenste deel van een raam worden bedoeld. De woordtypen 'waaier', 'waai', 'spinnekop', 'deurlicht' en 'deurvenster' duiden specifiek een vast raam boven een deur aan. [S 4; L 1 a-m; L 22, 10; L B1, 170; N 55, 54a; A 46, 10a, add.; A 46, 10c; A 49, 10; monogr.]
II-9
|
17618 |
bovenlip |
bovenlip:
bovenlup (L289a Hushoven)
|
bovenlip [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
25076 |
bovenmate, hevig, zeer |
ontaard:
óntaartj (L289a Hushoven),
ontiegelijk:
óntieglik (L289a Hushoven)
|
buitengewoon, in hoge mate
III-4-4
|
19406 |
braadpan |
braadpan:
brōͅtpan (L289a Hushoven),
kasserol:
kəstroͅl (L289a Hushoven)
|
braadpan || kookpan, braadpan
III-2-1
|