33278 |
erwt, algemeen |
erwt:
ért (L289a Hushoven)
|
erwt
I-7
|
20861 |
erwtensoep |
erwtensoep:
Verklw. ertesöpke
ertesop (L289a Hushoven)
|
erwtensoep
III-2-3
|
20855 |
eten (ww.) |
bikken:
bargoens Ich bîn zoeë dao, ieërst mót ich nog effe bikke
bikke (L289a Hushoven),
eten:
aete (L289a Hushoven)
|
eten [DC 35 (1963)]
III-2-3
|
20719 |
etensresten |
klitsklatsjes:
uitsluitend mv. uitsluitend verklw.
klitskletskes (L289a Hushoven),
knauwelen:
Aetj di-j knoûwel zellef mer op
knoûwele (L289a Hushoven)
|
etensrestjes
III-2-3
|
20172 |
familie |
familie:
femiêlie (L289a Hushoven)
|
familie
III-2-2
|
19142 |
fatsoenlijk |
ordentelijk:
ordêntelik (L289a Hushoven)
|
fatsoenlijk
III-1-4
|
19670 |
fauteuil |
fauteuil:
fōtøͅi̯ (L289a Hushoven)
|
fauteuil, gemakkelijke stoel
III-2-1
|
24144 |
fazant |
fazant:
fezânt (L289a Hushoven)
|
fazant
III-4-1
|
21127 |
fiets |
fiets:
fiets (L289a Hushoven)
|
fiets: Mn - is stuk, ik moet lopen [DC 35 (1963)]
III-3-1
|
34242 |
filter in de melkzeef |
zijdoek:
zęi̯dōk (L289a Hushoven)
|
In het algemeen is de filter een linnen of katoenen lap waardoor de melk gezuiverd wordt van verontreinigingen. In plaats van deze lap gebruikt men ook wel een vel filtreerpapier of een schijf watten. Ouderwets is de met paardenhaar vervaardigde melkzeef. [L 48, 35.Ia, Ib en Ic; Lu 2, 35.Ib en Ic; A 18, 11b en 11c; BN 2, 4; monogr.]
I-11
|