e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hushoven

Overzicht

Gevonden: 1999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gladiool twaalf apostelen: mv.  twelf apostele (Hushoven) Gewone zwaardlelie (gladiolus communis). Hoge plant (bijna 1 m), de bladeren zijn zwaardvormig en spits gevormd. De bloemen naar één kant, de kleur is rood of wit, met allerlei tussenkleuren; de bloembuis is gebogen (gladiool, harnaswortel, 12 apostelen, III-2-1
glasgordijn glasgordijn: glās˃gərdīn (Hushoven) vitrage, glasgordijn III-2-1
gloeien gloeien: gløi̯ə (Hushoven) gloeien III-2-1
gluiperig luizig: loezig (Hushoven) gluiperig: hij is - [DC 16 (1948)] III-1-4
goede kamer, ontvangkamer goede kamer: gōi̯kāmər (Hushoven) huiskamer, pronkkamer III-2-1
goede- opbrengst geven (goed) schieten: sxētǝ (Hushoven) Werkwoordelijke uitdrukking van het vorige lemma "de oogst levert goed op", "staat er goed voor". Zeer algemene uitdrukkingen als "(de oogst) staat goed" of "(de oogst) staat schoon" zijn hier niet opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''groeien'' (1.1.4). [N 15, 12; monogr.; add. uit N 15, 10 en 11; L 5, 39; L 39, 39] I-4
goedheid goedigheid: goojigheit (Hushoven) goedheid III-1-4
goedigheid goedigheid: gootigheit (Hushoven) goedigheid III-1-4
goedsmoeds, welgemoed goedig: gootig (Hushoven) goedig III-1-4
goedzak bluts: bluts (Hushoven), goede sok: gooje zok (Hushoven), klootje: kluuëtje (Hushoven), kuis: kui-jes (Hushoven), lobbes: löbbes (Hushoven), slofferd: slóffert (Hushoven) goedaardig mannetje || goedig mens || goedzak || goeierik || lobbes, goedzak III-1-4