e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hushoven

Overzicht

Gevonden: 1999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jarig zijn jarig zijn: hè is jòarig (Hushoven) Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] III-3-2
jasschort jasscholk: met mouwen  jasschöllek (Hushoven) zijn er verschillende namen voor verschillende soorten van deze kledingstukken ? [DC 15 (1947)] III-1-3
jenever foezel: foezel (Hushoven), jenever: Verklw. sjnaeverke  sjenaever (Hushoven), klare: klaore (Hushoven) jenever || slechte jenever III-2-3
jeneverbes wachel: -  wachele (Hushoven), mv. juniperus communis  wachele (Hushoven) jeneverbes (Juniperus communis L.), de struik [DC 30 (1958)] || jeneverbessen III-4-3
jeugd, jongelieden jonge jongens: jóng jônges (Hushoven) jongelui III-2-2
jong en kaal vogeltje blootkek: nog zonder veren  bloeëtkek (Hushoven), kek: naakt vogeljong  kek (Hushoven) nestvogel || vogeljong III-4-1
jong van een dier jong: jóng (Hushoven) jong ve dier III-4-2
jong varken baggen (mv.): bage (Hushoven) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge duif pieper: pieper (Hushoven) duif, jonge III-4-1
jonge geit lam: lām (Hushoven) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12