e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hushoven

Overzicht

Gevonden: 1999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lamp lamp: la.mp (Hushoven) lamp III-2-1
lampenkap lampenkap: la.mpəkap (Hushoven) lampenkap III-2-1
lampenpit kousje: koͅu̯skə (Hushoven), lampenkatoen: la.mpəkətū.n (Hushoven) kousje van spirituslamp III-2-1
landerijen akker: akǝr (Hushoven), land: lant (Hushoven) Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.] I-8
landrol wel: wɛl (Hushoven) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
langgerekt hok ruiter: ruiter (Hushoven) De langwerpige stuik waarin de schoven in een dubbele rij tegen elkaar aan staan; zonder menneke. Volgens Goossens 1963, krt. 36 komt deze "walenmandel" met name voor in West-Haspengouw, maar ook elders in Limburg is deze vorm bekend en heeft hij een eigen naam. [N 15, 57a; JG 1d, 2c; Goossens 1963, krt. 36; monogr.] I-4
langpootmug hooiwagen: huiwage (Hushoven) langpootmug [DC 18 (1950)] III-4-2
lantaarn lantaarn: lantēͅr (Hushoven), lucht: løxt (Hushoven) lantaarn III-2-1
lastig (werken) lastig: lastig (Hushoven) lastig III-1-4
lastig zijn complimenten hebben: komplemênte hebbe (Hushoven) lastig, onhandelbaar zijn III-1-4