e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203b plaats=Ingber

Overzicht

Gevonden: 1089
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naaien naaien: nīǝ (Ingber) Algemene benaming voor naaien. Informanten uit P 119, P 188 en Q 77 merken op dat de benaming lappen ouder is dan naaien. [N 62, 1a; N 62, 1d; A 2, 70; A 37, 1c; L 31, 46; Gi 1.IV, 12; MW; RND; Wi 40; S 25; monogr.] II-7
naakt bloot: bl‧uət (Ingber), naaks: na.kš (Ingber), naksch (Ingber) zonder kleren, onbedekt [naakt, nakst, nakend, naaks, naks, bloot] [N 86 (1981)] III-1-3
naar huis gaan naar heim gaan: no hèèm goa (Ingber) naar huis gaan [DC 03 (1934)] III-1-2
nageboorte nageboorte: nōͅgəbō.rtə (Ingber) Vlies waarin het ongeboren kind zich bevindt (helm). [N 84 (1981)] III-2-2
nagras, tweede hooioogst groe(n)maad: gromǝt (Ingber) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
natte sneeuw watersneeuw: smeltende sneeuw  waterschnĕĕe (Ingber) verschillende soorten sneeuw [spuwsneeuw, watersneeuw] [N 81 (1980)] III-4-4
nauw, eng eng: eng (Ingber), nauw: nauw (Ingber), strang: strang (Ingber) klein van in- of doorgang, niet wijd, met weinig ruimte [bekremmeld, eng, strang, nauw] [N 91 (1982)] III-4-4
navel navel: nā.vəl (Ingber), ná:vəl (Ingber) navel [DC 02 (1932)] || Navel: het litteken van de navelstreng midden op de buik (nakker, nagel, navel). [N 84 (1981)] III-1-1
negenoog negenoger: nøͅ.əgənōgər (Ingber) Negenoog: kwaadaardige steenpuist omgeven door andere steenpuisten die ineen vloeien (negenoog, negenoger, kwader). [N 84 (1981)] III-1-2
nerf van een blad nerf: n‧ɛrəf v. (Ingber) De aders van een blad die als ribben zichtbaar zijn en uitgaan van de steel (nerf, rib). [N 82 (1981)] III-4-3