33458 |
draaibare sluitbalk aan de bovenzijde van een poortvleugel |
wervel:
verǝgǝl (Q203b Ingber)
|
Een draaibare sluitbalk aan de bovenzijde van een poortvleugel. Het draaipunt is aan de binnenkant van één van de poortvleugels bevestigd, iets onder de bovenkant. De "staart" van de balk steekt zover naar beneden dat men er gemakkelijk bij kan. De balk is zo draaibaar dat hij achter beide poortvleugels komt en zo de poort afsluit. Als hij horizontaal gedraaid is, kan de poort geheel geopend worden. Met deze balk in geheel vertikale stand kan men ook slechts één poortvleugel afsluiten. Zie afbeelding 21. [N 4A, 47a; monogr.]
I-6
|
17856 |
draaien |
draaien:
drii̯ə (Q203b Ingber),
drí:ə (Q203b Ingber)
|
draaien [DC 02 (1932)] || Draaien: een andere richting aannemen, draaien (wenden, wenken, wengen, zwenken, keren). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24950 |
draaikolk |
draaikolk:
drieĕkolk (Q203b Ingber),
konkel:
m.
køŋkəl (Q203b Ingber)
|
kolk, plaats in water waar een snel ronddraaiende stroom is die voorwerpen kan meeslepen en naar beneden trekken [willing, wieling, waal, wolf, draaipol] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17806 |
dragen |
dragen:
drá:gə (Q203b Ingber)
|
dragen [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
25127 |
dragen, gezegd van ijs |
dragen:
⁄t ieĕs drūgt (Q203b Ingber),
het dragen:
het ijs draagt ons.
ət īs drøxt əs (Q203b Ingber)
|
dragen gezegd van ijs waarop men kan lopen [lijden, helen, houden] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20500 |
drank |
drinkens:
dre.ŋkəs (Q203b Ingber)
|
drank; Hoe noemt U: Dat wat gedronken wordt (drinken, soopje, zuip) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21153 |
dreef |
allee (<fr.):
Van Dale: allee (<Fr.), laan, brede weg tussen twee of meer rijen bomen.
allei (Q203b Ingber)
|
een weg aan met beide zijden een of meer rijen bomen (dreef, dreeft, laan,laning, lei) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22655 |
drijftol |
kokkerel:
kokkerel (Q203b Ingber)
|
Een tol op de hand laten draaien [scheppen, deinderen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24939 |
drijfzand |
drijfzand:
driefzand (Q203b Ingber)
|
drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
33366 |
drinkbak voor de koeien |
drinkbak:
dreŋk˱bak (Q203b Ingber)
|
Uit een aantal benamingen wordt niet duidelijk om welke soort van drinkbak het gaat: los of vast, ouderwets of modern. Andere benamingen geven aan uit welk materiaal de bak vervaardigd is. [L 38, 33; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|