22419 |
alle kegels samen |
allemaal:
allemaol om (Q203b Ingber)
|
Alle kegels in één keer omverwerpen [bossen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22335 |
alles kwijt |
alles verloren:
alles verlaore (Q203b Ingber)
|
Alles bij het spel verloren hebben [keps, kaps, baard, dod, pret, bluts, rits, rutsel, rut, rus, molk, mol, mot]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
25242 |
andere soorten sneeuw |
fijne sneeuw:
fijne sneeuw
fiŋə šniə (Q203b Ingber),
grote vlokken sneeuw:
dikke vlokken
gruətə vloͅkə šniə (Q203b Ingber)
|
verschillende soorten sneeuw [spuwsneeuw, watersneeuw] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
WLD
‧aŋəl (m.) (Q203b Ingber)
|
Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
33494 |
appelboom |
appelboompje:
Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen
eppelbumke (Q203b Ingber)
|
[DC 03 (1934)]
I-7
|
21119 |
appels van de boom schudden |
schuddelen:
š‧øͅdələ (Q203b Ingber)
|
Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
21848 |
arbeid |
werken:
wirke (Q203b Ingber)
|
het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24937 |
arduin, hardsteen |
blauwe steen:
m.
bloͅu̯ə štē (Q203b Ingber),
granietsteen:
granietschteng (Q203b Ingber),
helle steen:
hĕlle stáĭ (Q203b Ingber)
|
hardsteen, harde, meest blauwgrijze kalksteen, gebruikt voor stolpen, hoekstenen enz [arduin] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25272 |
are, maat van 100 m2 |
are:
are (Q203b Ingber)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 100 vierkante meter [are] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18239 |
armband |
armband:
ermband (Q203b Ingber),
m.
eͅ.rəmba.nt (Q203b Ingber)
|
band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)]
III-1-3
|