e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ingber

Overzicht

Gevonden: 1089
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
in verwachting zijn groot gaan: dii̯ gē.t gruət (Ingber) Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 84 (1981)] III-2-2
in voorraad voorradig: veuraodig (Ingber) in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)] III-3-1
indigestie (hebben) maag van streek: dər māch va štri.ək (Ingber) Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (muik, overetendheid). [N 84 (1981)] III-1-2
ingebeelde ziekte ingebeelde krankheid: ēͅ.gəbēldə kra.ŋkhē.t (Ingber) Ingebeelde ziekte (niebekonter, iepreponder, hype). [N 84 (1981)] III-1-2
inham inham: inham (Ingber) inham, in het land inspringend gedeelte van een zee, meer of riveri [inpamp] [N 81 (1980)] III-4-4
inkopen doen voor sinterklaas gelden: gelle vur sinterklaos (Ingber) Inkopen doen voor St. Nicolaas (6 december) [kloteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
inzet bij het spel pot: pot (Ingber) Het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik]. [N 88 (1982)] III-3-2
iris oogappel: ōcha.pəl (Ingber) Iris: het gekleurde gedeelte van het oog waarin zich de pupil bevindt. [N 84 (1981)] III-1-1
jaarmarkt jaarmarkt: jaarmarkt (Ingber) de markt die elk jaar op een vaste tijd wordt gehouden [foor, jaarmarkt] [N 89 (1982)] III-3-1
jam jam: žɛm (Ingber) jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)] III-2-3