18159 |
verbinden van een wonde |
verbinden:
vərbe.ŋə (Q203b Ingber)
|
verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17932 |
verdacht rondlopen |
get achter de muur hebben:
geͅ.t achtər dər muu høͅbə (Q203b Ingber)
|
Rondzwerven met kwaad in de zin (schuipen, rallen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24634 |
verdord |
verdroogd:
vərdr‧yəxt (Q203b Ingber)
|
Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
17936 |
verdwenen |
vort:
vu.t (Q203b Ingber)
|
Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17924 |
verfrommelen |
frommelen:
frumələ (Q203b Ingber),
knuffelen:
knū.vələ (Q203b Ingber),
verfrommelen:
vərfrumələ (Q203b Ingber)
|
Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18054 |
vergiftigen |
vergiftigen:
vərge.ftəgə (Q203b Ingber)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21412 |
verhaal |
geschichte (du.):
gesjichte (Q203b Ingber),
verhaal:
verhoal (Q203b Ingber)
|
verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
21152 |
verharde weg |
helle weg:
helle weèg (Q203b Ingber)
|
een verharde weg (klinkerd, kunstweg, kalsij, kalseide) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20533 |
verhitten |
warmen:
w‧ɛrəmə (Q203b Ingber)
|
verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22507 |
verjaardag |
verjaardag:
verjaordaag (Q203b Ingber, ...
Q203b Ingber)
|
Zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|