| 18217 |
vod |
lommel:
loomel (Q203b Ingber),
m.
lu.məl (Q203b Ingber)
|
versleten stuk doek of stof [vod, bul, tod, slet] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 20483 |
voedsel |
eten:
ēͅ.ətə (Q203b Ingber),
voer:
v‧ōr (Q203b Ingber)
|
het voedsel waarmee vogels hun jongen voeren (aas) [N 83 (1981)] || voedsel; Hoe noemt U: Al wat tot voeding kan dienen, al wat men eet (kost, vreet, knibbel, inslag, mast, eten, eet, spijs, bik, aas, voedsel) [N 80 (1980)]
III-2-3, III-4-1
|
| 24267 |
voeren |
voederen:
v‧ōrə (Q203b Ingber)
|
de jongen voeden, gezegd van vogels (azen, aanazen, ekeren) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
| 33385 |
voergang in de paardestal |
voerij:
vrii̯ (Q203b Ingber)
|
De gang, soms ook een grotere ruimte, in de paardestal vanwaaruit de paarden gevoerd worden. In de voergang sliep vaak de paardeknecht en stond de kist met haver en/of haksel (soms onder het bed van de knecht, Q 154). De voergang als slaapplaats van de knecht werd soms tot een apart vertrek in de paardestal. Als de knecht op zolder sliep, kon deze zolder ook wel met voederij aangeduid worden (Q 111). Zie ook de toelichting bij het lemma "slaapplaats van de knecht bij het vee" (2.3.10) en de daar genoemde lemmata. [N 5A, 59a en 59f; S 50; monogr.]
I-6
|
| 25309 |
voet, maat van 0,28 m |
voet:
voot (Q203b Ingber)
|
de maat die een lengte aangeeft van 28 cm [voet] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 22428 |
vogel op de schutsboom |
haan:
der haan (Q203b Ingber)
|
De houten vogel die afgeschoten moet worden. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 24269 |
vogelmest |
vogelstront:
v‧oͅgəlštro.nt (Q203b Ingber)
|
vogelmest (douane) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
| 18229 |
voile |
voile (fr.):
voile (Q203b Ingber),
voilette (fr.):
vr.
vo.l‧ɛt (Q203b Ingber)
|
lichte sluier die van een dameshoed afhangt [voile, vool, voel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 21533 |
volk (natie) |
volk:
volk (Q203b Ingber)
|
de gezamenlijke bewoners van een staat [volk, natie, diet] [N 88 (1982)]
III-3-1
|
| 25201 |
volle maan |
volle mond (du.):
volle mont (Q203b Ingber),
m.
voͅlə moͅnt (Q203b Ingber)
|
schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)]
III-4-4
|