e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Itteren

Overzicht

Gevonden: 1364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
speen lots: de lotsch (Itteren) speen; een gummidop op een zuigfles [speen, fiep, frutter, tutter, toetje, fiepke, frut, stiekse] [N 86 (1981)] III-2-2
spelletje potje: putsche (Itteren) Het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje]. [N 88 (1982)] III-3-2
spelletjes met eieren schilderen: schilderen (Itteren) Spelletjes met eieren met Pasen. [N 88 (1982)] III-3-2
spenen verspenen: verspeene (Itteren) spenen; een kind van de speen of de borst afwennen [spenen, spanen] [N 86 (1981)] III-2-2
sperwer sperwer: spellever (Itteren) sperwer [DC 42b (1967)] III-4-1
sperziebonen boterbonen: WLD  boter bôêne (Itteren), struikbonen: WLD  strôek.bôêne (Itteren) De gewone boon met gezwollen zaden, prinsesseboon,sperzieboon, (slaboon, kereboon, herenboon, boterboon, prinses, suikerboon). [N 82 (1981)] I-7
spetteren sissen: sissu (Itteren) sudderen; Hoe noemt U: Knetteren van de boter in de pan bij verhitting (snerken, sudderen) [N 80 (1980)] III-2-3
spiertje trekken spiertje trekken: spirke trekke (Itteren) Loten met gras of lucifers (bijv. wie de langste trekt) [spiertje trekken, getuigen, tuigen]. [N 88 (1982)] III-3-2
spijkerbroek spijkerbroek: spijkerbrook (Itteren) Spijkerbroek (jeans). Hoe noemt de dialectsprekende jeugd in de plaats waarvoor u het dialekt optekent dit? [DC 58 (1983)] III-1-3
spijkerjas spijkerjasje: spijkerjeske (Itteren) Spijkerjasje. Hoe noemt de dialectsprekende jeugd in de plaats waarvoor u het dialekt optekent dit? [DC 58 (1983)] III-1-3