e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Itteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstoppertje spelen koekverbergen: koek verberege (Itteren), verstekertje doen: verstekerke doon (Itteren) Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] III-3-2
verwantschap verwantschap: verwaantschap (Itteren) het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)] III-2-2
verwelken verleppen: WLD  verleppe (Itteren), verslakken: WLD  verslakke (Itteren) Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)] III-4-3
verwelkt verslakt: WLD  verslàk (Itteren), versloeierd: WLD  versloejert (Itteren) Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)] III-4-3
verwend kindje verwende aap: verwinden aap (Itteren) een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)] III-2-2
veulen veulen: vø̄lǝ (Itteren) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vieruursboterham half-vier, de -: haaf vier (Itteren), half-vierkoffie, de -: haaf vier koffe (Itteren), koffie, de -: 4 uur  de koffie (Itteren) maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 15 uur 30 [ZND 18G (1935)] III-2-3
vijf centiem knabje: (5 cent).  knepke (Itteren) een muntstuk van vijf centimes (in België) [solleke, knepke, halve sol] [N 89 (1982)] III-3-1
vijfentwintig centiem kwartje: (25 cent).  kwartsche (Itteren) een muntstuk van 25 centimes (in België) [kwartje] [N 89 (1982)] III-3-1
vijg vijg: WLD  veig (Itteren), viege (Itteren), vijg (Itteren) De eetbare, zoete, vlezige vrucht van de vijgeboom (vijg, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)] III-2-3