22348 |
haasje-over |
bokjespringen:
bukske springe (Q096b Itteren)
|
Het spel waarbij elke speler op zijn beurt achtereenvolgens over al de anderen die voorovergebogen, met de handen op de knie, op een rij staan, heenspringt [pieën, over het lijfje springen, bokspringen, voetje, broek over de haag]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24319 |
hagedis |
hagedis:
hagedis (Q096b Itteren)
|
hagedis [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
20343 |
half- of stiefbroer |
halve broer:
hauve broor (Q096b Itteren)
|
half- of stiefbroeder [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20344 |
half- of stiefzuster |
halfzuster:
haufzuster (Q096b Itteren)
|
half- of stiefzuster [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
23342 |
halfvasten(zondag) |
halfvasten:
haaf vaste (Q096b Itteren)
|
Het feest van Sinter-Greef (half vasten) [grevin, greve, miknem]. [N 88 (1982)]
III-3-3
|
17627 |
hals |
hals:
hals (Q096b Itteren),
strot:
stroot (Q096b Itteren)
|
hals [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
25225 |
halve maan, eerste kwartier |
wassende maan:
wassende maon (Q096b Itteren)
|
schijngestalte van de maan: eerste kwartier, halve maan [wassende maan, wassenaar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25219 |
halve maan, laatste kwartier |
afgaande maan:
aofgaonde maon (Q096b Itteren)
|
schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20820 |
ham, hesp |
schink:
scheenk (Q096b Itteren)
|
welke soort ham wordt bij u met één woord aangeduid? Er zijn bij de slager 2 soorten ham te koop, gekookte en rauwe. Een ervan kan men met éeen woord aan duiden, bij de andere soort moet er nog een woord voor [DC 46 (1971)]
III-2-3
|
17659 |
hand |
hand:
hānd (Q096b Itteren)
|
hand [DC 01 (1931)]
III-1-1
|