| 24454 |
mannelijke vis |
hommer:
WLD
hommer (Q096b Itteren)
|
Hoe noemt u een mannelijke vis (hommer, hom, homvis, milter) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
| 18673 |
mannenkleren |
mansluikleren:
mansluij kleijer (Q096b Itteren)
|
Mannenkleren. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
| 18575 |
mannenondergoed |
lijnwaad:
lievend (Q096b Itteren)
|
Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
| 18585 |
mannenonderhemd |
hemdje:
hummeke (Q096b Itteren),
lijfje:
lijfke (Q096b Itteren)
|
Onderhemd voor mannen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van mannen? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
| 24601 |
maretak |
mistletoe:
misletoe (Q096b Itteren)
|
maretak [DC 46 (1971)]
III-4-3
|
| 21852 |
marktkraam |
kraam:
croam (Q096b Itteren)
|
een tent, een stalletje op de markt waarin de goederen tentoongesteld zijn [kraam, schob] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 24945 |
marmer |
malber:
malleber (Q096b Itteren),
marmer:
marmer (Q096b Itteren)
|
marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 21850 |
mars (wbd) |
mandel:
mangel (Q096b Itteren)
|
de mand die een kramer op zijn rug heeft [mars, hot, holfrits] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 24350 |
marter |
marter:
WLD
marter (Q096b Itteren),
wezel:
WLD
weezel (Q096b Itteren)
|
Hoe noemt u een soort marter, tot 48cm lang, met een staart tot 26cm. Het is een slank roofdier met donkerbruine pels en witte borstvlek die tot de binnenzijde van de voorpoten doorloopt (fluwijn) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het slanke roofdiertje, geelbruin tot donkerbruin, met lange dekharen. De kop is spits met grote oorschelpen, het lichaam is lang en lenig. Het heeft een lange staart en korte poten; marter (fluwijn) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
| 22440 |
masker |
maske:
maske (Q096b Itteren)
|
Een min of meer naar de vorm van het gezicht gemaakte bedekking die dient om dit onherkenbaar te maken of er een bepaalde gedaante aan te geven [mombakkes, mommegezicht, bambakkes, masker]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|