e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Itteren

Overzicht

Gevonden: 1364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mestvaalt mestem: aan ZND 01 is hier toegevoed het materiaal van ZND 31 (1939), 019  maistem (Itteren) mesthoop bij de boerderij [DC 09 (1940)] I-7
met de palmpaas rondlopen palmenpasen houden: paame poache hauwe (Itteren) Op de morgen van Palmzondag (s zondags vóór Pasen) rondlopen met een versierde stok, waarop een voorwerp van brood is bevestigd. [N 88 (1982)] III-3-2
met de vlakke hand op iemands rug slaan slaan: sloon (Itteren) Met de vlakke hand op iemands rug slaan [batsen, doezen]. [N 88 (1982)] III-3-2
met kleine hapjes eten slokken: chlokke (Itteren), sjlokke (Itteren) Hoe noemt U: Druk eten met kleine hapjes (busselen) [N 80 (1980)] III-2-3
met kleppers rondlopen klepperen: kleppere (Itteren) Rondlopen met kleppers en ratels in de week vóór Pasen. [N 88 (1982)] III-3-2
met sneeuwballen gooien sneeuwballen: snieballe (Itteren) Met sneeuwballen naar elkaar gooien [ruiken]. [N 88 (1982)] III-3-2
met tussenpozen regenen brakkelen: brakkulu (Itteren) af en toe regenen [veuren] [N 81 (1980)] III-4-4
metworst droogworst: druuch woorsh (Itteren) metworst; Hoe noemt U: Worst met gehakt (varkens)vlees (metworst, snijworst, saucisse) [N 80 (1980)] III-2-3
mevrouw madam (<fr.): medam (Itteren) hoe spreekt u een getrouwde vrouw aan? [mevrouw, madam] [N 87 (1981)] III-3-1
middagmaal middag, de -: de middig (Itteren), 12 uur  du middig (Itteren) maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3