33622 |
mestvaalt |
mestem:
aan ZND 01 is hier toegevoed het materiaal van ZND 31 (1939), 019
maistem (Q096b Itteren)
|
mesthoop bij de boerderij [DC 09 (1940)]
I-7
|
22579 |
met de palmpaas rondlopen |
palmenpasen houden:
paame poache hauwe (Q096b Itteren)
|
Op de morgen van Palmzondag (s zondags vóór Pasen) rondlopen met een versierde stok, waarop een voorwerp van brood is bevestigd. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22341 |
met de vlakke hand op iemands rug slaan |
slaan:
sloon (Q096b Itteren)
|
Met de vlakke hand op iemands rug slaan [batsen, doezen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20570 |
met kleine hapjes eten |
slokken:
chlokke (Q096b Itteren),
sjlokke (Q096b Itteren)
|
Hoe noemt U: Druk eten met kleine hapjes (busselen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22508 |
met kleppers rondlopen |
klepperen:
kleppere (Q096b Itteren)
|
Rondlopen met kleppers en ratels in de week vóór Pasen. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22347 |
met sneeuwballen gooien |
sneeuwballen:
snieballe (Q096b Itteren)
|
Met sneeuwballen naar elkaar gooien [ruiken]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
25101 |
met tussenpozen regenen |
brakkelen:
brakkulu (Q096b Itteren)
|
af en toe regenen [veuren] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20513 |
metworst |
droogworst:
druuch woorsh (Q096b Itteren)
|
metworst; Hoe noemt U: Worst met gehakt (varkens)vlees (metworst, snijworst, saucisse) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21585 |
mevrouw |
madam (<fr.):
medam (Q096b Itteren)
|
hoe spreekt u een getrouwde vrouw aan? [mevrouw, madam] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20573 |
middagmaal |
middag, de -:
de middig (Q096b Itteren),
12 uur
du middig (Q096b Itteren)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|