33106 |
klepperen |
dorsen met de vlegel:
klɛpǝrǝ (L332p Maasniel),
met kleppers rondlopen:
kleppere (Q027p Doenrade, ...
L381p Echt/Gebroek,
L320a Ell,
Q202p Eys,
L429p Guttecoven,
L328p Heel,
L330p Herten (bij Roermond),
Q203b Ingber,
Q096b Itteren,
L321a Ittervoort,
L320b Kelpen,
L382p Montfort,
L294p Neer,
L387p Posterholt,
Q118p Schaesberg,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
L331p Swalmen,
L331p Swalmen,
Q197a Terlinden,
L374p Thorn,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L386p Vlodrop,
Q117a Waubach),
klepperen (L428p Born, ...
Q035p Brunssum,
L433p Nieuwstadt,
Q014p Urmond),
kleͅpərə (L432p Susteren),
klippere (L382p Montfort),
klipperen (L382p Montfort),
door de misdienaars
kleͅpərə (L265p Meijel),
Met twee platte houtjes ("kleppers") tussen wijs- en ringvinger van de rechterhand ontstond door juiste beweging een ritmisch geluid.
kleppere (L289p Weert),
rammelen:
kléppərə (Q117p Nieuwenhagen),
zich bij het stappen op de voorhoeven trappen:
klɛpǝrǝn (Q014p Urmond
[(een klepperend geluid met de hoefijzers maken)]
)
I-4, I-9, III-3-2, III-4-4
|
|