e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Itteren

Overzicht

Gevonden: 1364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rammelaar rammelaar: rammeleir (Itteren), remmelêr (Itteren), rammeltje: remmelke (Itteren) Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] || konijn, mannetje [DC 04 (1936)] III-2-1, III-3-2
rank rank: WLD  ràànk (Itteren), tak: WLD  tàk (Itteren) Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)] III-4-3
ranzig gats: gàts (Itteren) ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)] III-2-3
raspen raspen: raspe (Itteren, ... ), raspu (Itteren, ... ) raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)] III-2-1, III-2-3
ratelpopulier ratelpopulier: WLD  ratelpôpulier (Itteren), ratelpôôpulier (Itteren) De ratelpopulier; heeft bijna ronde bladeren met een gegolfde rand die aan lange platte stelen zitten; bij een beetje wind bewegen ze schuin langs elkaar, wat een ritselend geluid geeft (drilboom, vuilboom, klater, fledderaar, klaterteer, klatelleer). [N 82 (1981)] III-4-3
rauw groen: greun (Itteren), rauw: raow (Itteren) rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)] III-2-3
ravotten enselen: euchelle (Itteren) Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)] III-3-2
rechtsachter rechtsachter: rechsachter (Itteren) Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)] III-3-2
rechtsvoor rechtsvoor: rechsveur (Itteren) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
rentenieren rentenieren: rentenere (Itteren) leven van de inkomsten van je goederen of kapitaal [heren, rentenieren] [N 89 (1982)] III-3-1