e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L321a plaats=Ittervoort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oude vrouw grootje: grootje (Ittervoort), oudje: oudjé (Ittervoort) oude vrouw [kogehel] [N 86 (1981)] III-2-2
oudejaarsavond oudjaarsavond: aodjaorsaovendj (Ittervoort) Oudejaarsavond [silvesteraovent]. [N 06 (1960)] III-3-2
oudejaarsdag oudjaar: aotjaor (Ittervoort) 31 december [oudjaar]. [N 88 (1982)] III-3-2
overhoop halen overhoop trekken: euverhoup trèkke (Ittervoort) Overhoop halen (modden). [N 84 (1981)] III-1-2
overjas (alg.) duf: duf (Ittervoort), overjas: overjas (Ittervoort) herenoverjas; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || herenoverjas; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
overleg beraad: beraod (Ittervoort) de beraadslaging, het overleggen met anderen [beschik, beleid, bezeei, beraad, overleg] [N 85 (1981)] III-3-1
overleggen overleggen: euverlegge (Ittervoort) anderen raadplegen, een zaak met een ander bespreken [overleggen, ordenen, beraadslagen] [N 85 (1981)] III-3-1
overlopen, overstromen (de beek) is uit: es˱ ū.t (Ittervoort) Het over de dijk of over de sluisdeuren lopen van water, veroorzaakt door noodweer of aanhoudende regenval. [Jan 55; Coe 45; Grof 41] II-3
overrijp, beurs melig: mailig (Ittervoort) Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)] I-7
overschot, restant klatsje: kletske (Ittervoort), rest: rest (Ittervoort) dat wat over is gebleven van een oorspronkelijk aantal, hoeveelheid of geheel [rammenant, rest, solde, klak] [N 91 (1982)] || een klein overschot [kwets, kwats, klats, klets, klas] [N 91 (1982)] III-4-4