e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L321a plaats=Ittervoort

Overzicht

Gevonden: 2402
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
groflinnen beenwindsel get: gitte (Ittervoort) windsels, groflinnen lappen of ~ die bij koud of nat weer en bij vuil werk met linten of knopen om de broekspijpen worden gebonden [slophooze, beenslette, beenwagge, gette, slikbagge] [N 24 (1964)] III-1-3
grommen grommen: grommen (Ittervoort) Hoe noemt u een dof, laag, grommend geluid voortbrengen, gezegd van honden (grauwelen, gronzen, grommen, grozen, grollen) [N 83 (1981)] III-2-1
groot in zijn soort kanjer: kanjer (Ittervoort) iets dat groot is in zijn soort [kardoffel, karbonkel, bonker, bommel, klepper, sjaorel] [N 91 (1982)] III-4-4
groot kamrad groot kamrad: grūǝ.t ka.mprā.t (Ittervoort), kamrad: ka.mprā.t (Ittervoort) Het grote verticaal geplaatste kamwiel aan de molenas van de watermolen dat tot taak heeft de draaiende beweging van de as over te brengen op een spijlenrad. Het kamwiel kan zowel van hout als van metaal zijn vervaardigd. Het kamrad zet in de meeste watermolens uit het onderzoeksgebied een horizontaal kamrad, het zgn. kleine kamrad, in beweging. Een aantal meter boven dit rad bevindt zich op dezelfde as het grote kroonwiel dat op zijn beurt de twee of vier rondsels doet draaien. Zie ook het lemma ɛaswielɛ. Het betreft daar materiaal met betrekking tot het vergelijkbare kamwiel in windmolens.' [Vds 79; Jan 99; Coe 79; Grof 98; N O, 11a; A 42A, 8; monogr.; N D, 26] II-3
grote hoeveelheid, hoop hoop: houp (Ittervoort) een grote hoeveelheid [bezie, hoop, pook, tas, klamp, kluts, krooi, berm, kluft, bres, meuk, del] [N 91 (1982)] III-4-4
grote knikker kaats: kaats (Ittervoort) Een grote knikker. [N R (1968)] III-3-2
grote lijster klijster: kliester (Ittervoort, ... ) grote lijster || grote lijster (27 forse vogel; vlekken vallen meer op dan bij zanglijster [019]; krachtige vlucht; ook op trek; broedt tegenwoordig ook bij woningen; luide zang en nest lijken op merel [018]; roep is hard geratel [N 09 (1961)] III-4-1
grote ruzie? vechtpartij: vechtpertie (Ittervoort) een grote ruzie [hora, bal] [N 85 (1981)] III-3-1
grote trom dikke trom: dekə troͅm (Ittervoort) Een grote trom [trombol]. [N 90 (1982)] III-3-2
grote trom met bekkens pauken: pauke (Ittervoort) Een grote trom met bekkens [djingel]. [N 90 (1982)] III-3-2