e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ittervoort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lager glijlager: glęjlāgǝr (Ittervoort), lager: lāgǝr (Ittervoort) Bij watermolens voorzien van een metalen molenas de pan of het lager waarin het uiteinde van de molenas draait. Zie ook het lemma ɛkussenɛ.' [Jan 82; Coe 73] II-3
lancet lancet: lanset (Ittervoort) Lancet: plat mesje met fijne punt en zeer scherpe snede, in de chirurgie gebruikt (vlim). [N 84 (1981)] III-1-2
landauer landauer: landouwer (Ittervoort) een vierwielig rijtuig voor vier personen met afzonderlijke beweegbare voor- en achterkap [landauer] [N 90 (1982)] III-3-1
lang schortlint lint: linjer (Ittervoort) linten, lange ~ of banden waarmee een voorschoot om het middel wordt geknoopt [binders] [N 24 (1964)] III-1-3
lange kleurige herenkous hoos: hooze (Ittervoort) mannenkousen, lange kleurige ~ (vero) [hooze] [N 24 (1964)] III-1-3
lange neus lange neus: lang naas (Ittervoort) neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk). [N 84 (1981)] III-1-1
lange onderbroek? onderboks: ongerbóks (Ittervoort) onderbroek, lange ~ [N 25 (1964)] III-1-3
lange tijd toer: toer (Ittervoort) een lange tijdsruimte [toer] [N 91 (1982)] III-4-4
langpootmug snijder: sníeder (Ittervoort) Hoe noemt u de grote mug met bijzonder lange, breekbare poten (langpootmug, horlogemaker, glazemaker, snijder) [N 83 (1981)] III-4-2
langwerpig wittebrood mik: mik (Ittervoort) Langwerpig wittebrood (peel?) [N 16 (1962)] III-2-3