e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ittervoort

Overzicht

Gevonden: 2402
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beschimmeld beschimmeld: beschimmeld (Ittervoort) beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)] III-2-3
beschimmelen te oud: te oud (Ittervoort) Hoe noemt U: Werken van het brood, zodat het schimmelt (spinnen) [N 80 (1980)] III-2-3
beschuit met muisjes beschuiten met muizenkeuteltjes: besjuute mèt moezekeutelkes (Ittervoort, ... ) Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)] III-2-2, III-2-3
beschuitpap beschuitenpap: besjuutepap (Ittervoort) Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)] III-2-3
beslissen beslissen: beslisse (Ittervoort) iets waarover verschil van gevoel is voorgoed tot een einde brengen [scheiden, beslissen] [N 85 (1981)] III-1-4
besteden besteden: besteje (Ittervoort) geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)] III-3-1
besteken schenken: chinke (Ittervoort) kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)] III-3-1
bestellen opslaan: opslaon (Ittervoort) opdracht geven om waren af te leveren of te bewaren [bestellen, commanderen] [N 89 (1982)] III-3-1
bestemmen bestemmen: bestumme (Ittervoort) iets of iemand aanwijzen voor een bepaald doel [betijen, bestemmen] [N 85 (1981)] III-1-4
besvrucht, algemeen beer: bieër (Ittervoort) Een vlezige sapige vrucht die aan een struik groeit (bes, bizzem, bezie, beer, bees, bezing, baaie). [N 82 (1981)] I-7