e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ittervoort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vooruitkomen, vorderen avanceren: avanseere (Ittervoort) vooruitkomen [avanceren, vorderen, plakken, plakmaken, verkuvereren] [N 91 (1982)] III-4-4
voorvoet wreef: vrief (Ittervoort) voet: voorste deel van de voet [vurvoet] [N 10 (1961)] III-1-1
voorwater, bovenwater bovenwater: bō.vǝwātǝr (Ittervoort) Het water vōōr de sluizen. [Jan 88; Coe 44] II-3
voorzichtig voorzichtig: veurzichtig (Ittervoort) rekening houdend met wat er zou kunnen gebeuren, zorg dragend dat er niets verkeerd gaat [listig, roekelijk, voorzichtig] [N 85 (1981)] III-1-4
vrachtwagen vrachtwagen: vrachtwage (Ittervoort) een grote auto voor goederenvervoer [vrachtwagen, camion] [N 90 (1982)] III-3-1
vreugde lol: lol (Ittervoort) een gevoel van blijdschap in het algemeen [plezier, lol, vreugd] [N 85 (1981)] III-1-4
vriend kameraad: kameraod (Ittervoort) vriend of vriendin in het algemeen [kameraad, gespan, makker] [N 85 (1981)] III-3-1
vriendelijk vriendelijk: vrinjtelik (Ittervoort) welgezind tegenover andere mensen, vriendelijk [gemeen, braaf] [N 85 (1981)] III-1-4
vrijgezel vrijgezel: vriegezel (Ittervoort) vrijgezel; ongehuwde man [patriara, wicht, vrijgezel] [N 86 (1981)] III-2-2
vrolijk blij: blie zeen (Ittervoort), opmonteren: opmòntere (Ittervoort) een opgeruimde, lichte, blijde stemming hebbend [vrolijk, herpsat, leutig] [N 85 (1981)] || vrolijk zijn aan maaltijden e.d. [doven] [N 85 (1981)] III-1-4