e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ittervoort

Overzicht

Gevonden: 2402
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongen met wie een meisje verkering heeft vrijer: vrieer (Ittervoort) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] III-2-2
jongen met wie men verloofd is vrijer: vrieer (Ittervoort) verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)] III-2-2
jongste vogeltje uit het nest kakjong: kakjong (Ittervoort, ... ), kakjonk (Ittervoort) een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || nog niet in staat om te vliegen, gezegd van jonge vogels (kak, kwak) [N 83 (1981)] III-4-1
juffrouw juffrouw: juffrouw (Ittervoort) hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] III-3-1
jukbeen jukbeen: jukbein (Ittervoort) Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)] III-1-1
jurk kleed: kleid (Ittervoort) jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] III-1-3
jus, vleesnat saus: saus (Ittervoort) Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] III-2-3
juweel edelsteen: edelstein (Ittervoort) een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)] III-1-3
kaakbeen(rand) raak: raak (Ittervoort) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] III-1-1
kaakgestel kakement: kakement (Ittervoort) kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar). [N 84 (1981)] III-1-1