24416 |
kieuwen |
kieuwen:
kíewen (L321a Ittervoort)
|
Hoe noemt u de vlezige platen aan de kop van een vis waardoor hij ademhaalt (kieuw, koen, wam) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
21828 |
kieuwen (wbd) |
roepen:
rope (L321a Ittervoort)
|
uit de verte roepen [kieuwen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
24184 |
kievit |
kievit:
kievit (L321a Ittervoort)
|
kievit (31 ronde vleugels; kuifje; bekend van de eierenraperij [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18893 |
kiezen |
uitkiezen:
oetkeze (L321a Ittervoort)
|
een keus doen uit een aantal voorwerpen of personen [fineren, begeren, uitmunten, uitkiezen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20173 |
kind (troetelnaam) |
liefje:
leveke (L321a Ittervoort)
|
het liefkozend woord van ouderen voor kinderen [doeleke, dooier, fies, kadolleken, zoeteken, krotte, schijtgat, drulleke, hummel, etc.] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
22691 |
kinderfluitje |
feep:
feep (L321a Ittervoort),
fepe (L321a Ittervoort)
|
Allerlei namen voor kinderfluitjes; geef ook aan waarvan ze gemaakt zijn en hoe ze heten [nachtegaal, blaasje, feep, moemel, noen]. [N 90 (1982)] || Een fluitje gemaakt uit de holle stengel van een paardebloem [fiepertje]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
20169 |
kinds |
kinds:
kinds (L321a Ittervoort),
kins (L321a Ittervoort)
|
door hoge ouderdom zwak van geest [suffig, kinds, simpel] [N 85 (1981)] || door hoge ouderdom zwak van geest, geheugenloos [kinds, simpel] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
20694 |
kipkap |
kipkap:
kiepkap (L321a Ittervoort)
|
Kleine blokjes vlees, gesneden uit hart, nieren en ander binnenvlees (kipkap, kluisters?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18142 |
kippenborst |
kippenborst:
kippebørst (L321a Ittervoort)
|
borstbeen: vooruitstekend borstbeen [kiepeboorst, kiekeborst] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18000 |
kippenvel |
hoenderenvel:
hoonderevelle (L321a Ittervoort)
|
kippevel (kleine bultjes met rechtopstaande haartjes bijv. ten gevolge van de kou) [kiepvel, ganzevel, kiekevlees] [N 10 (1961)]
III-1-2
|