e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jabeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wbd: afzeggen ontdoen: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  de koop ontdōēan (Jabeek) ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: in trek goed zijn: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  de eur sint gōōd deze maonjd (Jabeek) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: katten laten zitten: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  ’m uit de wāār lāōte zitte (Jabeek) katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: kwaadgeld = kwaadgeld kwaad geld: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  kōātgeljd (Jabeek) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: staartgeld / verschil eindgeld: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  het ēīnjdgeljd (Jabeek) verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: verkopen voor verkopen: vür zoeaveual verkoop ich ze (Jabeek) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
wecken inmaken: imáákə (Jabeek) wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3
weduwe widvrouw: wet˃vroͅu̯ (Jabeek) weduwe [DC 05 (1937)] III-2-2
weduwnaar widman: wetman (Jabeek) weduwnaar [DC 05 (1937)] III-2-2
weefkamer weefkamer: weefkamer (Jabeek) De kamer of het vertrek waarin geweven wordt en waar het spinnewiel of de weefstoel staat. Dat kan de keuken, de opkamer, de naaikamer of een kamer(tje) zijn. In dit lemma gaat het om een weefruimte in het huis. [N 39, 4; N 5A (I] II-7